- aanvoer
- {{aanvoer}}{{/term}}1 [het aangevoerd worden] 〈van waren〉 transport 〈m.〉2 [het aangevoerde] arrivage 〈m.〉3 [buis, kanaal] conduite 〈v.〉d'alimentation♦voorbeelden:1 er is geen aanvoer • il n'y a pas de distribution; 〈m.b.t. gas〉 le gaz n'arrive pas (jusqu'ici)2 wij verwachten nieuwe aanvoer • nous attendons un nouvel arrivage
Deens-Russisch woordenboek. 2015.